Beschrijving

Het kasteel van Bouillon is één van de oudste feodale overblijfselen van België. Als aanvulling op haar historische rijkdom, gevoed door de legendarische Godfried van Bouillon, is een bezoek aan de oude hertogelijke stad veel meer dan een sprong in de tijd. Laat je meevoeren door de herinnering aan ridders en verrassen door de dans van de roofvogels in open lucht. Twee tentoonstellingen tonen je deze roofdieren en de evolutie van het schrijven vanaf de middeleeuwen tot de tijd van nu.

• De lange rotskam, gevormd door de lus van de Semois, werd reeds in de Gallische periode bewoond met een versterkt kamp in het buurtschap van la Ramonette. Door gebrek aan water of strategie werd de site verwaarloosd ten gunste van een imposantere rots met een natuurlijke watervoorraad: het huidige kasteel van Bouillon. In de middeleeuwen werd dezelfde plaats gebruikt om er een feodale heuvel op te richten, beetje bij beetje door de hertogen ingericht als militair fort en niet als prinselijke woning. De stad, een kleine handelsagglomeratie tussen de rotswand en de Semois, ontwikkeld zich beneden. Na de episode Godfried van Bouillon uit de 11e eeuw, kent het kasteel de ene na de andere eigenaar, overweldiger en conflict, waarvan de meest verwoestende die van Karel V tegen Robert II de la Marck was in 1521. Deze laatste wilde het Groothertogdom veroveren, eigendom van de Keizer, die als represaille alle eigendommen van de La Marck verwoestte, waaronder ook Bouillon.
  
  

• Meer hierover : Na deze plundering rijst een nieuw kasteel uit de aarde dankzij prins-bisschop Georges van Oostenrijk, die tevens een naar hem genoemde toren bouwt in 1551. Hij gebruikt deze kasteeltoren als woning en vergroot het geheel. De belangrijkste vernieuwingen zijn het werk van Vauban, de architect van Lodewijk XIV, die de stad integreert in het verdedigingssysteem van het kasteel (schietgaten, ophaalbrug, etc.). Vandaag de dag ontdekken we er de oudste overblijfselen van de feodale tijd van België, waarvan het huidige uiterlijk vooral te danken is aan werken in de 16e eeuw tot de Hollandse periode. Het monument is geklasseerd als belangrijkste erfgoed van Wallonië. Het kasteel bestaat uit drie kleine forten, verbonden door bruggen, en een belangrijker bouwwerk in het zuidwesten. Op het voorplein bevond zich vroeger het hertogelijk verblijf. De zaal Godfried van Bouillon, gedeeltelijk uitgehouwen in de rots in de 13e eeuw, is overdekt met een gebroken tongewelf. Een scène met personages van was herinnert aan het vertrek van de eerste kruisvaart. Een stuk muur op het voorplein is alles wat er overblijft van de oude middeleeuwse slottoren, vernield door de Hollanders in 1824. Vanaf de Oostenrijkse toren (1551) op het einde van de weergang, geniet je van een prachtig uitzicht over het geheel van de versterkingen en op de stad en de meanders van de Semois.